De “balans” na 682 dagen

Na bijna 2 jaar als wethouder Ruimtelijke ordening, Bouwen, Wonen en Mobiliteit is het een mooi moment om eens de balans op te maken. Wat is er gebeurd in die periode en wat hebben we als college bereikt.

Gestart in een roerige periode (3 maanden na de Russische inval in de Oekraïne) en net na het loslaten van de laatste Corona maatregelen (maart 2022) kan ik spreken van een enerverende periode die in een sneltreinvaart voorbij is gegaan. Zo hadden we in Zwijndrecht net als in alle andere gemeenten te maken met de oplopende energieprijzen die ons noopte om onze inwoners, die het vaak al moeilijk hadden om de eindjes aan elkaar te knopen, te helpen met een energietoeslag. En dan ga je van een inflatie van gemiddeld 1,5% (periode 2014-2021) naar een inflatie van 10% in 2022. De gevolgen waren enorm. Niet alleen komen steeds meer mensen in de financiële problemen omdat de loonontwikkeling altijd achter de ontwikkeling van de inflatie aan komt, maar ook schieten de kosten van bijvoorbeeld bouwmaterialen met vele tientallen procenten omhoog wegens de schaarste die ontstaan omdat we merken hoe sterk we internationaal verbonden zijn en hoe ons een oorlog in Oekraïne raakt in bijvoorbeeld graanleveranties. Maar ook iets simpels als hout voor in de bouw. Je zou al met al kunnen spreken van een perfecte storm op dat moment. Als je het voorgaande leest verwacht je dat ons ambities om te bouwen volledig tot stilstand zouden zijn gekomen. Maar niets is minder waar. Ja de gesprekken zijn soms intensief en lang, maar als we nu kijken waar we staan qua bouw opgave ben ik als wethouder in dit college trots op wat we samen met marktpartijen en de corporaties voor elkaar (gaan) krijgen. Ik noem er een paar

  1. Euryza: we beginnen aan de laatste twee fases;
  2. Buizerd straat: gaat als alles goed is na de zomer (weer) in de verkoop;
  3. Heer Jansstraat: 18 woningen die na de vertraging door juridische procedures dit jaar gebouwd gaan worden;
  4. Land van ‘t Hoff: vorig jaar nog de vraag om het in drie fases te mogen gaan ontwikkelen gaat het nu zo snel dat we nog dit jaar starten;
  5. Noordoevers: na bijna twintig jaar stelt de gemeenteraad nog dit jaar het bestemmingsplan vast en kunnen we in 2026/2027 starten met de bouw van in totaal 400 woningen;
  6. Maasterras-West: vorige week getekend voor de ontwikkeling van bijna 200 woningen;
  7. De Bosttuinen: samen met WK10 ontwikkelen we in totaal 193 woningen;
  8. De Wijck: vele van u zullen het kennen als het Van Ieperenterrein wat meer dan 25 jaar braak heeft gelegen, maar dit jaar gaat de schop in de grond voor 55 nieuwbouwwoningen.

Zo ziet u dat ondanks alle tegenslag in de markt en de uitdagende (financiële) positie van de gemeente we volop in ontwikkeling zijn in onze gemeente. Na jaren van een lage bouwproductie gaan we het nu waarmaken en ervoor zorgen dat door (o.a.) doorstroming we de zo gewenste versterking van onze samenleving vorm gaat krijgen. Gaat dan alles goed. Nee natuurlijk niet. Projecten starten gemiddeld allemaal later door de ingewikkelde regelgeving en de vele juridische procedures, maar we gaan moedig voorwaarts.

En dan hebben we het alleen nog maar over het fysieke bouwen, want wat te denken van het bouwen aan vertrouwen. Ieder project geeft ons aan hoe eenvoudig en soms hoe ingewikkeld participatie kan zijn. We hebben als Zwijndrecht vooral een inbreidingsopgave. En ja dat betekent schipperen met ruimte en heel snel ontstaan dan tegengestelde belangen tussen een ontwikkelaar en de omgeving. Of het nu gaat om nieuwe huizen, een nieuw wijkcentrum of een nieuwe school. Steeds zijn er dezelfde aandachtspunten: geluid, zicht, parkeren, groen die het uitdagend maakt om te ontwikkelen. Maar als we onze opgave om meer dan 4000 woningen te willen gaan bouwen waar willen maken zullen keuzes noodzakelijk zijn. Niet alles kan overal, maar met goed overleg kan er veel wel.

Op naar de komende twee jaar waarin vast weer van alles in de wereld gebeurd die het werken als wethouder uitdagend maakt. Maar we zijn op de goede weg.

Volgende keer meer over de uitdagende opgave van het AZC.

Robert Kreukniet

 

 

0 reacties